Spiritualiteit, vrijheid en engagement

Essays van en interviews met 20 auteurs: titel en samenvatting

Titus Rivas
Libertaire Spiritualiteit
Spiritualiteit wordt vaak geassocieerd met onderdrukking van het individu. In veel gevallen is dat ook terecht, namelijk als we het hebben over een collectivistisch gerichte vorm van spiritualiteit waaraan het individu zich ondergeschikt moet maken. Er is echter ook een individualistische vorm van spiritualiteit denkbaar waarbij het individu juist centraal staat. Het leven, welzijn, spirituele lot na de dood en de relaties van menselijke en andere individuen heeft daarbij alle aandacht. Zo opgevat is spiritualiteit verenigbaar met libertaire-socialistische idealen van solidariteit en verbondenheid in vrijheid. Het is goed om hier een persoonlijke invulling aan te geven zonder dogmatisme.
Titus Rivas
Spiritualiteit en je inzetten voor dieren
Er bestaan drie basispogingen om de werkelijkheid spiritueel te benaderen. (1) De werkelijkheid is al helemaal goed zoals zij is, zodat leed en ellende illusies zijn. Je probeert om dat spiritueel tot je door te laten dringen. (2) Je erkent ook de duistere kanten van het bestaan, maar gelooft in je eigen kracht en streeft spiritueel een zo zinvol mogelijk leven na. (3) Je erkent niet alleen eigen problemen maar ook die van anderen en voelt je spiritueel geroepen om je ook voor die anderen in te zetten. De eerste houding is moeilijk verenigbaar met engagement jegens dieren, de tweede houding is zelf ook nog onvoldoende, maar vormt psychologisch gezien wel een basis voor de derde houding waarbij je verbetering nastreeft voor iedereen.
Bert Stoop
Krachten gebundeld voor een hoger doel en voor de emancipatie van dieren
Emancipatie begon bij de bevrijding van zwarte mensen uit hun slavernij en is nu via kleur en geslacht aanbeland bij het dier. Emancipatie is een proces waarin we ons menselijke, illusoire gevoel van superioriteit zouden moeten omzetten in een evenwaardige houding ten opzichte van dieren. Mens en dier zijn intrinsiek evenwaardig in hun recht op vrijheid.
Waarheid, wijsheid en liefde leveren een goed gevoel en een zuiver geweten op. Het gevoel geeft richting, positief of negatief. Met de aanname dat ook lijden een wezenlijk onderdeel van het leven is, maar dat een gerichtheid op gelijkheid (eenheid) in combinatie met vrijheid en solidariteit leidt tot recht(vaardigheid) komt het artikel weer terug bij de emancipatie.
Door een bescheiden houding (respect, zelfdiscipline, onthechting), liefdevol gericht op emancipatie (vrijheid), komt creatieve energie vrij en door onze verbondenheid en eenheid met alle levende wezens te accepteren en waar te maken (realiseren), komt onze beschaving op een hoger plan. En dat voelt beter.

Frits van Haeften †
Spirituele werkelijkheidszin
Wat houden wij voor echte werkelijkheid? Is dat slechts wat onze zintuigen daarover leren? Of zijn ook vermogens van kennen, voelen, geloven, van liefhebben, van het intuïtieve verstaan daarbij betrokken? Het onderzoek naar die vragen voert naar de volgende vaststellingen.
Zin voor de betekenis van de werkelijkheid krijg je door op twee manieren te zien.
Door oog te hebben voor het concrete alledaagse gebeuren. Om dat vervolgens te kunnen belichten vanuit andere betekeniskaders. Er is een horizontaal niveau waarmee wij omgaan met de feitelijkheden en een verticale richting waarin wij perspectief zien.
Wat wij zien of ondervinden is afgeleid uit ervaring. Het uiterlijke en het innerlijke zijn cognitieve bewerkingen van één ondeelbare wezenlijkheid.
Door een kritisch onderscheid te maken tussen bron, de weg en de ontvanger van de ervaring, krijgt het bewustzijn en het ideële gedachtegoed een vormgevende betekenis. Werkelijkheidszin is met het geestelijke aspect verknoopt. De stoffelijke en geestelijke dimensies van het menselijk bestaan, zijn uitdrukkingswijzen van één wezenlijke ervaringsgrond: de bron van onze ervaring.
De bron van inspiratieve, creatieve en religieuze inzichten, waarmee wij een geestelijk perspectief op de werkelijkheid verkrijgen ligt in een onzegbaar domein, het onbepaalde van wezenlijke eenvoud.
Spirituele werkelijkheidszin vereist een speciale wijze van waarnemen, een contemplatieve houding en een openheid van oordeelvorming. Door te schouwen ontdekken wij onze diepste identiteit en blijkt daarin meer waarheid te zijn dan in de werkelijkheid. De contemplatieve houding voert een ethiek die onze daden zal doortrekken van eerbied en liefde voor de natuur en voor de ander, een liefde die ook het eigen zelf omvat.
Echtheid is het keurmerk van het goede, het ware, het schone, de liefde en de gerechtigheid. Doorleefde en gerealiseerde spiritualiteit biedt perspectief op vrijheid, vrede en vreugde.

Eric Fienieg †
Homo religiosus-sciëntificus; de gelovige en wetenschappelijke soort
Juist in het huidige tijdsgewricht is het niet mogelijk om te spreken van één bepaalde, voor iedereen geldende vorm van spiritualiteit. We leven in een zeer turbulente, pijnlijke, maar ook boeiende fase van harde confrontaties tussen de uiteenlopende en vaak strijdende vormen van spiritualiteit. Deze fase is een noodzakelijk onderdeel van een groter proces van spirituele ‘ont-moeting’ en verbroedering op mondiale schaal, het ontstaan van een volwassen eenheid-in-verscheidenheid op spiritueel gebied. De schrijver acht het ter bevordering van dit harmoniseringsproces van groot belang om prioriteit te hechten aan de realisatie van een pakket persoonlijkheidskwaliteiten en deugden die universele en mondiale waarde hebben. Daarbij hoort o.a. de ontwikkeling van een gezond zelfkritisch en zelfrelativerend vermogen, ten aanzien van ieder’s persoonlijke geloofsleven. Hierbij zal het inschakelen van ons wetenschappelijke vermogen een grote rol kunnen spelen. Van aard onderscheidt de menselijke soort zich van alle andere diersoorten door het opbouwen van samenlevingen vanuit een ‘verticale, transcendentale dimensie’ die religieus van aard is. De menselijke soort verdient dus de naam ‘homo religiosus’. Vanuit dat ideologische vermogen heeft de mens conflicten en oorlogen ontwikkeld, maar de tijd is rijp dat een bewustwording van dat vermogen gaat leiden tot het ontwikkelen van samenwerking en vrede binnen één groot familieverband. De menselijke soort heeft zich van andere dieren onderscheiden met zijn wetenschappelijke vermogen en verdient dus ook de naam ‘homo sciëntificus’. Dit vermogen kan hem het nodige zelfbewustzijn verschaffen om redelijker met zijn religieus/ideologische aard om te gaan. Wetenschap en religie kunnen beschouwd worden als de twee vleugels aan de ene vogel van beschaving.

Gerard van de Kam
“Hoe kan ik mijn persoonlijke missie verhelderen en vormgeven?”
Het verhelderen en vormgeven van de eigen missie in een spiritueel ecologisch kader.
Het verhelderen van de eigen missie is van belang voor mensen met onbetaalde en betaald werk, maar ook voor mensen in een uitkering en ziekte. De kernvraag is daarbij: “Wat heb ik in deze fase van mijn leven, in deze wereld, in deze tijd, in deze fase van de Aardegemeenschap te betekenen? En hoe kan ik deze missie met mijn interesses, mijn vermogens en beperkingen op een ecologische manier vormgeven?”
Ecologisch betekent: zodat wat ik doe, goed is voor de omgeving, voor de organisatie, voor mijzelf en voor het grotere geheel. Spiritualiteit maakt deze vraag meerdimensionaal. Spiritualiteit is ook ecologisch.
Als kader benut dit hoofdstuk de kosmologische wet, die zegt, dat elke verschijnings-vorm in al zijn diversiteiten een eigen innerlijke betekenis heeft, en met die vorm en betekenis een eigen plaats in het grotere geheel. Zoals een orgaan in een lichaam, zo heeft ook elk mens een eigen plaats en betekenis in de samenleving. Dit geldt ook voor elke cultuur en religie en zelfs voor onze blauwe planeet Aarde in het grotere geheel. Deze kosmologische wet laat zich verbinden met een drievoudig spiritueel mensbeeld en met het gelaagd-heidsmodel van wetenschaps-filosoof en ecoloog Bateson.
Vragen rond missie en werk kunnen daarmee in kaart gebracht worden via diverse werkvormen, van reflectie, meditatie en dieptebevraging tot meer concrete sorteer- en tekenvormen toe.
De uitkomsten hiervan kunnen worden samengevat in een zogenaamd manifest of levensstatuut. Daarin spreek ik als mens in positieve formuleringen, uit, wat ik als mijn eigen missie zie en welke intenties ik daarbij heb. Ook verklaar ik mij bereid mijn vermogens in te zetten voor de realisering van mijn missie. Ik zie daarbij af van precies omschreven wensen m.b.t. de concrete werk-/beroepsuitoefening en stel mij flexibel open voor alles dat als vormgeving van mijn missie, en passend bij mijn vermogens en interesses, via synchroniciteiten op mijn pad komt.
Ten slotte beschrijft dit hoofdstuk vier onderscheiden methoden voor het verkrijgen van werk, waaronder ook solliciteren en parachuteren. Er wordt echter met name aandacht besteed aan creëren en synchroniciteiten. Het manifest is bij alle methoden bruikbaar, maar speelt vooral bij het laatste een belangrijke rol.
Het hoofdstuk wordt afgesloten met literatuurverwijzingen.

Mario Coolen
Bij de Maya’s komt de zon op
Volgens het eeuwenoude scheppingsverhaal van de Maya’s werden de eerste mensen gevormd uit deeg van gele en witte maïs. Tot op de dag van vandaag is het leven van de Maya’s geworteld in een ‘spiritualiteit van de maïs’; in talrijke offers en rituelen wordt de innige samenhang onderstreept tussen goede omgang met de aarde, respect voor de gemeenschap en verbondenheid met alles wat bestaat. Sinds kort zijn er Maya’s die een deel van hun akker met koffie beplanten; via fair trade slagen zij er in hun product onder gunstige voorwaarden op de markt te brengen en ontvangen zij een eerlijke prijs. Maar ook Maya’s die koffie verbouwen koesteren de band met de maïs, omdat die hen herinnert aan respect, harmonie en zinvol leven. Mayaboeren die betrokken zij bij eerlijke handel nodigen producenten in het Noorden uit op zoek te gaan naar een eigen ‘spiritualiteit van de gebruiker’. Bijbelse tradities rond een ‘economie van het genoeg’ wijzen hierbij de weg. Fair trade brengt producent en consument op een waardige wijze tot elkaar. Het gaat hierbij niet alleen om de uitwisseling van hoogwaardige producten, maar ook om wederzijdse verrijking door de ontmoeting met elkaars bronnen van geloof en spiritualiteit.

Haridat Rambaran
Mystiek en ethiek in het hindoeïsme
De vedische overlevering, ook wel bekend als het hindoeïsme, kent een rijke mystieke traditie gericht op de vereniging met God. Enerzijds gaat het hierbij om hogere kennis die betrekking heeft op het zelf (ataman), een besef dat men altijd al verbonden is met de goddelijke werkelijkheid. Anderzijds echter ook om "dharma", de juiste levenswandel of ethiek, op basis van deugden zoals toewijding, oprechtheid, deugdzaamheid, zelfbeheersing, uithoudingsvermogen, tevredenheid, vriendelijkheid, zachtmoedigheid en nederigheid. Deze ethiek zou niet alleen het individu zelf maar de hele samenleving ten goede moeten komen. Verschil van inzicht over wat het goede leven zou moeten zijn en wat juist handelen inhoudt, vormt de grond voor een gezonde en levenskrachtige samenleving; een gemeenschap waarin de dialoog niet uit de weg wordt gegaan. Zo kunnen wij in een samenleving als de Nederlandse samen bepalen wat we nog belangrijk vinden aan normen en waarden en waaraan we ons nog moeten houden.

Ton Hendrix
Linkse spiritualiteit?
Lange tijd konden spiritualiteit, vrijheid en solidariteit moeilijk samengaan. Libertaire vrijheid ligt in het loslaten van de enge grenzen van eigenbelang en het ervaren van de verbondenheid met anderen. Op weg naar vrijheid en zelfbeschikking zijn het niet alleen de uiterlijke economische structuren die bijgevormd moeten worden, het zijn ook onze innerlijke denkstructuren waar we van los moeten komen. Het een kan niet zonder het ander. Zelfbeheer werkt alleen als het gebeurt door vrije mensen. Vrije mensen werken alleen als dat gebeurt in zelfbeheer.
Stilte, leegte en alles wat geen vaste vorm heeft, biedt een voedingsbodem voor angst maar ook voor bewustwording. Dit is de grondslag voor het mediteren. Het gaat om het ontdekken van een innerlijke zekerheid. Om dit te kunnen bereiken is het nodig existentiële onzekerheid te kunnen accepteren. Leegte en stilte moeten onder ogen gezien en ervaren kunnen worden.
Het geëngageerde boeddhisme geeft in theorie en praktijk een richting aan, op welke manier mensen door uitbreiding van zelfinzicht meer in staat zijn hun leven in eigen hand te nemen en hun maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven.

Frans E.J. Gieles
Gnosis: vrijgekomen kennis die vrij kan maken
Gnosisis eeuwenoude wijsheid die destijds door de katholieke kerk in de ban werd gedaan.
Egyptische monniken stopten, naar wij nu vermoeden, hun oude geschriften in stenen kruiken en verborgen ze. In de vorige eeuw werden ze teruggevonden in een grot bij Nag Hammadi.
De geschriften zijn intussen ook in het Nederlands vertaald.
Het blijkt dat deze kennis ook in de soefistische stroming van de islam bewaard is gebleven. De islam is meer dan een oproep tot jihad, strijd.
Wat zijn die inzichten? Wat betekenen ze voor onze tijd? Cruciaal in de gnostiek zijn de principes "Zo binnen, zo buiten" en "Zo boven, zo beneden". Dit wil zeggen dat de kosmos zich weerspiegelt in de wereld en in de mens, waarbij onder de kosmos ook de geestelijke en goddelijke wezens begrepen worden. In iedere mens is ‘de goddelijke vonk’ aanwezig. Cruciaal is ook de opvatting van de kosmos één is, een eenheid is en dat het de opdracht, het pad van de mens is om zelf ook een eenheid te worden en tot die grotere eenheid te gaan behoren: het pad van de eenwording, het pad van de heling, het heel worden. Dit pad is lang en kent verschillende stadia, de stadia van bewustwording en inwijding.
Gnostiek kan zodoende helend zijn voor onszelf en voor onze samenleving in deze tijd van materialisme, versnippering, verdeeldheid, strijd, oppervlakkig consumentisme, eenzijdig gerichte wetenschap en elkaar beconcurrerende religies. We kunnen zo vrede met onszelf bereiken, gelijktijdig anderen accepteren zoals ze zijn – zelfs als die anderen moslim of christen zijn - en zo bijdragen aan de vrede. Niet met het zwaard maar met het woord van kennis en begrip: gnosis.
Frans Gieles
Islam, spiritualiteit, vrijheid en engagement
Over de islam vernemen we nu vooral het tegendeel van spiritualiteit, vrijheid en engagement: wereldsheid, onderdrukking en gevecht. Dit is echter een erg eenzijdig beeld. Wie in de bronnen duikt en de Qur'an leest, merkt dat de laatstgenoemde aspecten nog hooguit een 2% van de 6234 Qur'an verzen beslaan. Er zijn ook nog een 6300 verzen die andere taal spreken.
Om de verzen van de Qur'an in de context te plaatsen, heeft de auteur eerst naar vermogen de chronologische volgorde van de hoofdstukken gereconstrueerd. Als men de Qur'an zo leest, ziet men vier duidelijk te onderscheiden periodes. De chronologisch eerste delen bevatten de spirituele teksten, pas in de laatste delen verschijnen wetten, regels en oproep tot strijd. Algemeen wordt aangenomen dat deze het meest tijdgebonden zijn.
De spirituele ontwikkeling van de islam heeft vooral later plaatsgevonden, toen er rust kwam in het centrum, toen Bagdad, en in de veroverde gebieden. In die tijd konden spiriuele en filosofische teksten uit India, Griekenland, Egypte vertaald en overdacht worden en zich mengen in een spirituele islam.
Het is aan het Oosten en aan het Westen om hieruit lering te trekken, elkaar niet te bestrijden maar aan te vullen en samen op hoger niveau te komen. Wat er nu nodig is, zijn bruggen, geen afscheidingen en kunstmatige op vooroordelen gebaseerde vijandbeelden. Het artikel beoogt zo'n brug te vormen.

Koos Leemker
Leven in verbondenheid met de schepping
Dit essay handelt over milieu-spiritualiteit vanuit franciscaans perspectief. De figuur van de middeleeuwer Franciscus van Assisi en zijn wijze van omgaan met natuur en milieu, door hem opgevat als schepping van God, staan in deze bijdrage centraal.
Allereerst wordt kort ingegaan op de oorzaken van de hedendaagse milieucrisis. Deze crisis, die de ondergang van heel de aarde kan betekenen, vormt de aanleiding tot nieuwe vormen van spiritualiteit. De franciscaanse spiritualiteit, die teruggaat op Franciscus en zijn broederschap, is een van die vormen. Haar wortels liggen in de christelijke traditie, begonnen met de komst van Jezus van Nazareth, in wiens voetspoor Franciscus wil leven.
Interessant, maar ook ingrijpend is het bekeringsproces van Franciscus, dat na zijn 20e levensjaar begint. Enkele gebeurtenissen hebben zijn leven radicaal veranderd. Zijn nieuwe leefwijze roept kritiek op, maar leidt ook tot de komst van vele volgelingen. Zo ontstaat de orde van minderbroeders, die tot op de dag van vandaag leeft volgens de door de paus goedgekeurde Regel van 1223.
Het mensbeeld van Franciscus wordt gekenmerkt door zijn geloofsovertuiging, dat de mens schepsel van God is en als schepsel onderdeel is van heel de geschapen werkelijkheid. Zijn grondhouding is die van partnerschap, waarbij het streven erop gericht is de waarden van de mens en de waarden van de natuur te integreren. De mens is verbonden met heel de schepping, maar heeft daarbinnen als beeld van God (imago Dei) een eigen verantwoordelijkheid.
Het beroemde Zonnelied van Franciscus, voortgekomen uit een mystieke ervaring, is een diepzinnige uiting van dit verbondenheidsgevoel. Dit Geschrift van Franciscus wordt beschouwd als een kerntekst voor het verstaan van zijn spiritualiteit.
De spiritualiteit van Franciscus is een aardse spiritualiteit, nauw verweven met het beeld van Moeder Aarde. Van de vruchten van de aarde mag de mens met zorg gebruik maken om te leven. Tegelijkertijd kan hij vol bewondering genieten van haar schoonheid. De grondinspiratie bij deze spiritualiteit is de gedachte, dat God de Schepper is van hemel en aarde en de Gever van alle goeds. Uit die overtuiging vloeien een aantal waarden voort, zoals eerbied en dankbaarheid, broosheid en nederigheid, maar ook solidariteit en soberheid, waarden die van belang zijn voor een vernieuwde geest, een andere levensstijl, waar het gaat om de menselijke relatie met de natuur en het milieu.

Rob Koelewijn
Verkleven aan God; een christelijke visie op spiritualiteit.
In mijn jeugd had ik een zeer goed contact met mijn moeder. Zij was de stabiele factor in mijn leven. Helaas raakte ze in een depressie. Ik kon haar niet meer bereiken en voelde me ten diepste eenzaam. Ik voelde dat er een verschrikkelijke kloof tussen ons in stond. Zij stond er alleen voor, maar ik ook. Eenzaamheid ligt in het leven besloten, maar het is een stuk gebrokenheid. Er is geen ik zonder de ander.
Een tweede ervaring in mijn jeugd betreft een diep gevoel van rechtvaardigheid. Zonder gerechtigheid kunnen wij niet samenleven. Er is een ethiek, een moraal nodig. Sartre zei: “De mens is niet, hij is voortdurend aan het worden in de keuzes die hij maakt.” De mens is zelf verantwoordelijk voor die keuzes. Wij vallen niet samen met onze natuur. In de eenzaamheid is ruimte voor bezinning en reflectie. Het kan ons helpen te groeien naar meer rijpheid, naar volwassenheid. Daardoor kunnen we beter in staat zijn om goede keuzes te maken.
Het Christendom wordt nogal eens verweten dat zij een middel is om innerlijke problemen te kunnen ontlopen. Gevoelens van minderwaardigheid worden dan op een soort goddelijk figuur geprojecteerd en daarmee opgeheven. Denk aan Feuerbach en zijn projectietheorie. Het geloof in God is volgens hem een soort kinderlijke naïviteit en staat ontplooiing in de weg.
In die lijn ziet de filosoof Sartre zelfs de medemens als een gevaar voor onze eigen ontplooiing. De mens is ten diepste vrij om zijn eigen bestaan te ontplooien.
Buber daarentegen ziet het werkelijke leven in de ontmoeting plaatsvinden. De mens is namelijk een relationeel wezen.
Die ontmoeting vindt ook plaats in de religie en deze is niet vrijblijvend. De Bijbel doet een appél op ons. Bij God mogen we troost vinden en schuilen, maar niet om als jonge kuikentjes veilig onder Moeders vleugels te blijven. We moeten ook uitvliegen; ontwikkelen en zelfstandig worden. De Bijbel roept op om te kiezen voor het leven, ook de minder plezierige kant ervan. Een gelovige wordt namelijk niet gespaard voor het lijden.
Ik beschreef aan het begin een gevoel van gerechtigheid. Deze is in christelijke optiek niet los te koppelen van spiritualiteit. Er bestaat heilige drift. Spiritualiteit zoekt naar en uit zich in gerechtigheid en vrede. Niet alleen innerlijke vrede, maar innerlijke vrede als basis voor een volkomen vrede en harmonie met de medemens, de natuur en God.
Gods zoon, Jezus, streed tegen onrecht, genas zieken, dreef duivels uit en wekte doden op. Zijn heilige drift dreef hem tot het kruis.
Het kruis werd zijn dood, een onvermijdelijk eindpunt. Zinloos. Of toch niet? Gelukkig is er de opstanding. Een heilshistorische doorbraak, basis voor zingeving.
Spiritualiteit, vrijheid en engagement. Spiritualiteit uit zich in onze levenshouding, in onze relaties met anderen, de natuur en God. De vrijheid is gewaarborgd in God. De dood is overwonnen en niet het onvermijdelijke, onverbiddelijke eindpunt van het al. God heeft ons lief, bedoeld en gewild. Wij zijn geëngageerd aan God. De christelijke traditie noemt dit het verbond. Door het geloof mogelijk wij leven in dat verbond.

Gerwine Wuring
De Natuur, mijn leslokaal
Gerwine Wuring beschrijft hoe zij de natuur en milieueducatie waarin ze werkzaam was, heeft getransformeerd naar aarde educatie. De essentie van aarde educatie is een spirituele natuurbeleving waarin mensen in verbinding met de natuur weer in contact kunnen komen met hun eigen aard en natuur. Uit deze wisselwerking en verdieping van het contact tussen mens en natuur kunnen nieuwe inzichten, (werk)vormen en ontwikkelingen voortkomen, die onze bezieling voeden en onze plek en rol hier op aarde bekrachtigen en richting geven.
Het artikel gaat in op de spiegelende werking van de natuur. En de wereld achter de spiegel waar een werkelijke dialoog met de natuur, de omringende wereld en je eigen aard en natuur mogelijk is.
Aan de hand van het vier kwadrantenschema van Ken Wilber wordt de lezer uitgenodigd te onderzoeken in welke velden u het meest vertrouwd bent en het meeste toegang hebt tot de natuur. Is dat in uw persoonlijke leven of juist in de maatschappij? En bent u dan meer gericht op de fysiek materiele werkelijkheid of hebt u ook of juist toegang tot de innerlijke wereld van gevoel en intuïtie? En welke rol speelt de natuur in al deze kwadranten in uw leven in de verstedelijkte samenleving van onze tijd? Het artikel doet een appél op ieder van ons om onze eigen natuur en aard in de wisselwerking met de wereld om ons heen, natuur en cultuur, te onderzoeken en te ontwikkelen. Opdat wij meer en meer onze eigen plek en rol kunnen innemen in ons ‘samen leven’ met mens, plant, dier en planeet.

Trinus Hoekstra
Bezieling en ontgrenzing; flexibilisering als de binnenkant van globalisering
Trinus Hoekstra benadert het fenomeen flexibilisering hier als de ‘binnenkant’ van de wereldwijde ontgrenzing die bekend staat als globalisering. Het gaat om een naar binnen gerichte ontgrenzing, naar de identiteit van mensen toe, waarbij het individu beschikbaar wordt gesteld voor de wereldwijde markt. Wereldwijd beconcurreren ondernemingen elkaar in het zo rendabel en derhalve zo flexibel mogelijk inzetten van arbeidskracht. Deze flexibilisering betekent in onze maatschappij een tendens naar onregelmatige werktijden en permanente vernieuwing en ontwikkeling van arbeidskracht Waar het Hoekstra om gaat is het managementvertoog waarin ‘bezieling’ centraal staat. Dit vertoog speelt in op de behoeften van de markt vanuit een gedreven worden door innerlijke waarden: bezield ondernemen en bezield werken. Velen ontlenen hun identiteit aan hun werk, doen er voor een belangrijk deel hun sociale contacten op en leven zich er in uit.
Dit brengt een belangrijk risico met zich: de gedrevenheid van mensen ten opzichte van hun werk leidt al gauw tot een totale beschikbaarstelling van hun arbeidskracht aan de globaliserende markt. Indien het management werkelijk gericht is op het welzijn van mensen, zou het hen in belangrijke mate moeten trainen in assertiviteit, met het oog op het leren bewaken van hun grenzen, het beschermen van hun kwaliteiten tegen roofbouw en het mobiliseren van hun mogelijkheden tot zeggenschap tegenover de tendens van een flexibel productie- en arbeidsproces met grenzeloze eisen.

Ari van Buuren
Om heling en mededogen
ervaringen en achtergronden in interreligieus verkeer
1
Religie betekent ‘verbinding’. In het interreligieus verkeer luistert communicatie echter zéér nauw. Te vaak ging het in het verleden om de zege over elkaar, niet om een vechten om elkaars zegen.
De auteur geeft hiervan een schets in een zevental paragrafen met als achtergrond zijn eigen professionele èn persoonlijke zoektocht sinds zo’n vijftien jaren. Een dochter van hem trad toe tot een moslim-sekte. In het UMC Utrecht was hij leider van het landelijk project ‘Multi-culturele geestelijke verzorging (McGV) in zorginstellingen’ ter integratie van moslims en hindoes.
Hij sloot zich aan bij het wereldwijde URI/United Religions Initiative, o.a. organisator van een interreligieuze vredesviering op 5 mei 2005 t.g.v. de herdenking van 60 jaren Bevrijding. Het essay besluit met inspirerende indrukken en tendensen van het Parliament of World’s Religions in Barcelona juli 2004.
2
Het McGV-project was een ijsbreker in het leren verstaan van elkaars zielentaal, en werd aangemerkt als exemplarisch voor interculturalisatie. Na de polarisatie o.a. door de moord op Theo van Gogh koerst het Ministerie van VWS opnieuw voorzichtig richting interculturalisatie.
De zoektocht van de auteur bracht hem tot de diepe overtuiging, dat het niet gaat om syncretisme of versmelting. Het gaat eerder om een symfonie, een synergie of samenbundeling van spirituele krachten. Mystiek is daarbij het verbindend element, waardoor godsdienst- en cultuurgeschiedenis niet meer slechts cognitief functioneren. Religies, spirituele bewegingen en inheemse tradities bieden narratieven met ervaringsverhalen over de ziel en het goddelijke.
3
De eerste stap in het interreligieuze verkeer is het volgen van het spoor van de eigen spirituele wortels, waarvoor de Dalai Lama steeds pleit.
Voorts is er een voorhoede van mensen, die bewust kiezen voor een meervoudige identiteit. De bekende schrijver Amin Maalouf pleit vanuit zijn ervaringen in de Libanese burgeroorlog al vele jaren voor hun inzet als bemiddelaars en bruggenbouwers tussen verschillende gemeenschappen en culturen.
Hiervan geeft de auteur vele aansprekende voorbeelden. Een leidende metafoor (van Sanneke Bolhuis) voor hem is hierbij: “Als de loop van het water – de bedding leidt de stroom, de stroom verlegt de bedding”.
4
In interreligieuze ontmoetingen dienen we vooral ook zowel historische, politieke als persoonlijke kwetsuren en projecties uit te spreken. Dat werkt helend, want niet alleen zijn we verwond, maar we hèbben ook verwond.
Pas zo kunnen we ons in een wederzijds leermeesterschap met elkaar verbinden. Dat is de weg van verwonding naar verwondering, van multiculturalisatie naar interculturalisatie, van coëxistentie naar proëxistentie, van passie naar compassie.
Mededogen gaat immers dieper en is ego-lozer dan medelijden. Het gaat om onthechting, om een heilige worsteling met je ego. In Geert Mak’s “In Europa” wordt zelfs gesproken van de lastige noodzaak om mededogen op een Europees niveau te brengen. Het essay besluit met een navrant Jiddisch verhaal over de hemel en de hel.