Willem Gobel
Wij zijn allemaal verbonden
Willem Gobel is autodidact en hecht eraan alleen van kennis en inzicht uit te gaan die door persoonlijke ervaring ontwikkeld zijn.
Door het persoonlijk ervaren van uittredingen uit zijn lichaam en het effect dat zijn paranormaal genezen op anderen heeft, is Willem er van overtuigd geraakt dat er meer is tussen hemel en aarde dan alleen met de vijf zintuigen is waar te nemen en dat er paranormale krachten zijn aan te wenden met als doel het bevorderen van meer harmonie in de wereld.
Hij ziet de psychologische evolutie van de mens in de richting gaan van meer denken en handelen in termen van eenheid en liefde. Er zal een bewustzijnsverruiming plaats vinden zodat dualistische tegenstellingen zoals van goed en kwaad worden overstegen. Dit inzicht leidt tot verbondenheid met en verantwoordelijkheid voor alles wat leeft.
Willem ziet God als hetzelfde als wat anderen aanduiden als de universele bron, als de Stilte of meer paradoxaal als de Leegte.
Anny Dirven
†
Voor mij horen spiritualiteit en vrijheid gewoon bij elkaar
Anny Dirven is paranormaal genezeres en werkzaam als algemeen assistente voor Athanasia, een stichting voor parapsychologisch en filosofisch onderzoek. Spiritualiteit betekent voor haar een innerlijk onderzoek naar jezelf en zo een bron van innerlijke vrijheid (jezelf kunnen zijn) en rust onder moeilijke omstandigheden Van daaruit leid je een zinrijk leven en je draagt dat ook uit naar anderen. Spiritualiteit heeft voor Anny ook nog te maken met iedereen in zijn waarde laten. Ze wil het goede in ieder mens zien en niemand veroordelen. Als iedereen dat principe hanteerde waren er ook geen godsdienstoorlogen meer. Anny bepleit ieders recht op eigen vorm van spiritualiteit. Vanaf haar jeugd was Anny al paranormaal begaafd. Ter illustratie ze geeft enkele voorbeelden van paranormale ervaringen. Ze heeft persoonlijk weinig steun ervaren vanuit de Katholieke Kerk, en noemt ervaringen met bekrompenheid en vrouwenhaat. Ook de huidige maatschappij vindt Anny veel te hard en te weinig sociaal.
Sander van Ankeren
Als je religieus bent, zie je de eenheid, de verbinding
Sander van Ankeren
zit in een rolstoel, maar hij heeft zich nooit gehandicapt gevoeld. Hij voelde altijd een basiskracht die soms lijkt te ontbreken bij bepaalde valide mensen. Rond zijn 18e heeft hij een innerlijke strijd doorgemaakt en hij heeft nu een gnostische levensbeschouwing volgens welke je van jezelf moet houden en jezelf moet accepteren, inclusief je schaduwkanten. Van daaruit is er ook een actieve sociale betrokkenheid bij anderen. Sander maakt een onderscheid tussen geloof (uiterlijke spiritualiteit) en religie (een gerichtheid op de goddelijke kern in jezelf). Hij werkt het verschil uit tussen geloof en religie aan de hand van de huidige regering Balkenende die staat voor een benepen calvinisme. In het interview gaat hij in op de rol van spiritualiteit in de politiek. Zelf lid van de Socialistische Partij stelt Sander dat ook atheïsten in de praktijk spiritueel kunnen zijn en dat rechtse spiritualiteit catastrofaal kan uitpakken.
Sander is optimistisch over de toekomst omdat hij verwacht dat we in een overgangsperiode zitten naar een mooiere, solidairdere wereld.
Abhijat van Bilsen
Ik zie het goddelijke in de natuur, in de mens en in de dieren
Abhijat van Bilsen is al meer dan 20 jaar een aanhanger van Osho (Bhagwan), maar hij heeft zich ook verdiept in andere spirituele stromingen en praktijken, zoals de zweethutceremonie. De kern van de filosofie van Osho is voor Abhijat dat je goed bent zoals je bent, en dat je jezelf niet hoeft te veranderen. Spiritualiteit wil onder meer zeggen dat jezelf doorziet en helemaal accepteert en dat daardoor ook bij anderen doet. Het is de bedoeling daar je eigen weg in te vinden in vrijheid en zonder dogma’s. Abhijat is in zijn eigen leven gestuit op de paradox dat hij spiritueler is naarmate hij meer geaard is en probeert zo milieubewust en biologisch mogelijk te leven. Verder probeert hij een bijdrage te leveren aan een betere wereld door zijn manier van leven. Hij overweegt in de zorg te gaan werken.
De links georiënteerde Abhijat zet vragen bij de huidige politieke ordening die teveel gericht op economische wetten en te weinig op menselijke waarden. In deze jachtige geldeconomie lopen mensen zichzelf vaak voorbij. Hun manier van leven wordt hun heel erg opgelegd vanuit de maatschappij en is daardoor onvrij.
Hicham Karroue
Ik denk dat de kracht van de islam vanaf het begin in zijn tolerantie heeft gelegen
Hicham Karroue is een Nederlander met een Marokkaanse achtergrond. Hij is druk bezig met zijn studie economie aan de HEAO, waardoor hij minder tijd heeft voor spirituele verdieping dan hij zou willen. Voor Hicham staat de islamitische spiritualiteit centraal en hij associeert deze met verbondenheid tussen de mensen, maar ook met tolerantie, geestelijke vrijheid en doorvoelde rechtvaardigheid. Hij kan zich totaal niet verbonden voelen met conservatieve (weg: religieuze) groeperingen.
Het conservatisme in de islam is volgens Hicham ontstaan als reactie op oorlogen, westers kolonialisme en kapitalisme. Het wordt versterkt doordat de islam steeds weer frontaal wordt aangevallen. Het westen zou misstanden niet steeds weer moet koppelen aan het geloof en in het algemeen meer respect en waardering moeten opbrengen voor moslims, zodat mensen ook meer ruimte krijgen voor zelfkritiek.
Hicham erkent dat het belangrijk is als allochtonen goed Nederlands spreken en respect tonen voor anderen, maar daarnaast bepleit hij een versterking van de eigen positieve culturele identiteit van Marokkanen.
Roland Le Chapelier
Mijn hele leven staat in het teken van het spanningsveld tussen intellect en passie
De tweetalige dichter en kunstenaar Roland Le Chapelier heeft een strenge katholieke opvoeding genoten, maar in zijn puberteit ging hij op zoek naar een alternatief voor dit geloof bij Sartre en Camus. Hij beschouwt zichzelf inmiddels als agnosticus en speelt onder meer met het polytheïsme dat voor hem een literaire waarde bezit. In zijn artistieke werkwijze gaat het telkens om ‘dionysische’ inspiratie, die ‘apollinisch’ bewerkt wordt. Er is dus steeds sprake van een spanningsveld tussen intellect en passie, waarbij Le Chapelier meer geïnteresseerd is in het product zelf dan in de maker ervan.
Zijn eigen, hermetische poëzie kenmerkt zich door experimenteel taalgebruik. Ze komt tot stand middels creatie van een metaforisch netwerk van associaties en dissociaties enerzijds en deconstructie van de syntaxis anderzijds. Op deze wijze is een poëtische tekst bovenal de weerspiegeling van een desubjectiveringsproces, waarin de taal de grens van haar eigen mogelijkheden verkent.
Spiritualiteit is voor Le Chapelier naast bezinning op het traditionele waardensysteem vooral een vitale zoektocht naar het ongedachte andere. Het schrijven van gedichten stelt hem onder meer in staat een ander aspect van de werkelijkheid te ontdekken, een ervaring die hij met de lezer wil delen.
Le Chapelier beschouwt een lezer als betekenisproducerende instantie die de tekst herschrijft. Aangezien dit herschrijvingsproces eindeloos kan worden voortgezet, betekent dit in concreto dat een gedicht nooit afgerond kan worden. Ofschoon poëzie zich niet leent voor een expliciete politieke stellingname, bevat een poëtische tekst wel een ethische dimensie door de openheid voor het andere. De voortdurende wisselwerking tussen de tekst en de lezer maakt het herschrijvingsproces tot een geëngageerde dialoog.
Ook in zijn beeldende kunst geldt voor Le Chapelier dat de scheppingsdaad gericht is op de exploratie van het andere, het andere dat zich manifesteert op de grens van het
nowhere en het
nowhere.